Iedereen zit in de IT

Bij Landal GreenParks willen we onze gasten onvergetelijke vakanties laten beleven. In mijn baan ben ik verantwoordelijk voor de IT-systemen die dat mogelijk maken. ‘O, de website,’ roepen sommigen dan. En die website is natuurlijk belangrijk, maar het gaat veel verder dan dat. Het ene moment onderhandel ik over een bestelling voor nieuwe laptops op onze kantoren, discussiëren we over de beste oplossing voor het digitaliseren van de restaurantkeukens, stuur ik het ontwikkelproces van een app waarmee onze gasten op parken worden geïnformeerd over sport- en spelactiviteiten, of praten we over het nog verder verbeteren van de snelheid van de wifi op de parken. Ik mag me tegen heel veel van onze bedrijfsprocessen aan bemoeien, en dat vind ik een van de allerleukste dingen van mijn rol bij Landal.

Het gebruik van (grote hoeveelheden) data wordt ook voor ons steeds belangrijker. Zo hebben we veel tijd en geld geïnvesteerd om ons 12 jaar oude datawarehouse zodanig te herontwerpen en te herstructureren, dat het ons in staat stelt de business intelligence te ontsluiten die we nodig hebben. Daarbij hebben we data van veel verschillende systemen samengebracht: financiële informatie, boekingsgegevens, gastenbeoordelingen en klachten; alles in één grote vijver. Met deze nieuwe fundering kunnen we dashboards en tools ontwikkelen voor een hele brede gebruikersgroep. Iedereen binnen ons bedrijf, van marketeers tot parkmanagers, kan data krijgen die volledig is afgestemd op hun behoeften. Dat is prachtig, maar betekent ook dat ze allemaal in staat moeten zijn om die data op de juiste wijze te interpreteren. Je ziet dat ontwikkelingen als deze een fundamentele verandering teweeg brengen in de competenties die je van medewerkers en de organisatie mag verwachten. Ik roep niet voor niets altijd: “Iedereen zit in de IT”.

In het licht van deze veranderingen zijn communicatievaardigheden cruciaal. IT-mensen moeten meer en meer ‘tweetalig’ worden: ze moeten niet alleen verstand hebben van de ‘bits & bites’, maar ook in staat zijn om hun concepten zodanig uit te leggen dat anderen hen begrijpen. Hier wordt het interessant: terwijl er veel specialisten zijn, is er maar een beperkte groep die in staat is om goed te beschrijven wat ze doen (en wat het nut daarvan is). Bij ons zijn we goed in gastvriendelijkheid, maar lang niet alle Landal collega's zijn even ‘digital savvy’.

Voor vrouwen, met vaak een natuurlijker gevoel voor communicatie, liggen er potentiële kansen om dit gat te dichten, maar uitgerekend zij zijn schaars in ons (IT)vak. Als ik IT congressen of bijeenkomsten bezoek, ben ik in Nederland een van de weinige vrouwen. Als ik een soortgelijke bijeenkomst bijwoon in de US – Landal heeft een Amerikaanse eigenaar – is vaak de helft van de deelnemers een vrouw. Illustratiever is wellicht dat op een vacature voor informatiearchitect slechts één dame haar CV instuurde. Is het zo dat werken in de IT niet leuk gevonden wordt door vrouwen – dat weiger ik te geloven – of heeft het meer te maken over onze opvattingen over parttime werken? Mijn Amerikaanse collega’s zijn vaak verrast dat ik de vrijdagen thuis met mijn zoon doorbreng. Ik ben er van overtuigd dat zowel de individuele medewerker als de organisatie kan profiteren van meer flexibele arbeidscontracten en misschien kunnen we daarmee ook meer vrouwen stimuleren om leuke (IT) functies na te streven.

Het allerbelangrijkste is wat mij betreft dat je plezier hebt in wat je doet. Als je enige belangstelling hebt voor technologie, dan is het een waanzinnig leuke omgeving in te werken. En dan komt vaardigheid in helder communiceren extra goed van pas. Want van één ding ben ik overtuigd: IT is een van de belangrijkste sectoren in de markt en zal alleen maar belangrijker worden. En dat betekent dat iedereen (zowel mannen als vrouwen, zowel in IT-functies als daarbuiten) zich maar beter kan ontwikkelen op dit gebied. Het duurt niet lang meer en dan zit echt iedereen in de IT.

Deze  blog is ook te lezen op linkedin